Archief nieuwsberichten 2017
Hieronder vindt u al onze gepubliceerde nieuwsbrieven uit 2024

Hier vindt u al onze gepubliceerde nieuwsbrieven uit 2017
12-12-2017 | Fosfaatrechten en veestapel op elkaar afstemmen in 2018
Fosfaatrechten en veestapel op elkaar afstemmen in 2018
Vanaf 1 januari 2018 treedt het fosfaatrechtenstelsel in werking. Begin volgend jaar ontvangt u van RVO een beschikking met het aantal toegekende fosfaatrechten. De referentiegegevens zijn op dit moment al via Mijn RVO.nl inzichtelijk. Ons advies is om de veestapel en het aantal toegekende rechten tijdig in beeld te brengen. Des te beter kunt u eventueel bijsturen. Wij beschikken over een programma waarmee wij uw situatie kunnen berekenen (kosten circa € 75).
Hebt u vragen of wilt u dat wij uw situatie inzichtelijk maken? Dan zijn wij u graag van dienst.
N.B. Onlangs is bekend geworden dat stieren ouder dan 1 jaar niet meetellen voor fosfaatrechten.
04-12-2017 | Verruimde schenkingsvrijstelling eigen woning
Verruimde schenkingsvrijstelling eigen woning
Overweegt u een grote schenking te doen? Per 1 januari 2017 is de eenmalige verhoogde vrijstelling voor de schenking ten behoeve van de eigen woning verruimd naar € 100.000 (2016: € 53.016). Voorwaarde is dat de begunstigde tussen 18 en 40 jaar oud is. Hij/zij hoeft geen familie te zijn. De verruiming geldt in ieder geval tot het jaar 2020.
De vrijstelling kan in 3 opeenvolgende jaren worden benut. Er geldt een overgangsregeling als in het verleden al gebruik is gemaakt van de eenmalige verhoogde vrijstelling.
Mocht u interesse hebben, dan kunt u voor de exacte voorwaarden contact met ons opnemen.
29-11-2017 | Openstelling Subsidie Jonge landbouwers 2017
Openstelling Subsidie Jonge landbouwers 2017
De subsidie Jonge landbouwers wordt dit jaar opnieuw opengesteld: van 4 december 2017 t/m 15 januari 2018. De investeringslijst is uitgebreid met zeven investeringscategorieën. Een bedrijf kan subsidie aanvragen voor investeringen uit maximaal drie investeringscategorieën. Er geldt geen ondergrens per investering. Op dit moment hebben alleen de provincies Gelderland en Noord-Holland een openstellingsbesluit gepubliceerd. Wij verwachten dat Provinsje Fryslân en de overige provincies binnenkort volgen.
Belangstelling? Wij zijn u graag van dienst.
15-11-2017 | Wijzigingen voor de zzp’er en werkgever
Wijzigingen voor de zzp’er en werkgever
Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelatie (Wet DBA)
Zoals u waarschijnlijk wel heeft meekregen is er veel onduidelijkheid omtrent de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelatie (Wet DBA). Deze wet is vanaf 1 mei 2016, ter vervanging van de verklaring arbeidsrelatie (VAR), in het leven geroepen om schijnzelfstandigheid te voorkomen. Achteraf blijkt dat deze wet veel onrust heeft gebracht bij zowel de zzp’er als hun opdrachtgevers.
In het nieuwe regeerakkoord (gepubliceerd op 10 oktober jl.) staat dat de Wet DBA wordt vervangen door een nieuwe wet die meer zekerheid moet bieden aan de zzp’er en zijn opdrachtgever. Deze nieuwe wet deelt de zzp’er in drie groepen:
Laag tarief: dienstbetrekking
Er is sprake van een dienstbetrekking wanneer de zzp’er minder dan € 18,- per uur verdient, hij wordt ingehuurd voor reguliere bedrijfsactiviteiten én dit langer doet dan drie maanden.
Midden tarief: opdrachtgeversverklaring
Voor de zzp’ers die een tarief hanteren tussen de € 18,- (laag tarief) en € 75,- (hoog tarief) geldt straks een opdrachtsgeversverklaring. Deze verklaring dient door de opdrachtgever ingevuld te worden via een webmodule. De opdrachtgeversverklaring geeft beide partijen vooraf duidelijkheid en zekerheid.
Hoog tarief: opt-out
Wanneer de zzp’er meer dan circa € 75,- per uur verdient, hij geen reguliere bedrijfsactiviteiten verricht én zijn overeenkomst korter is dan een jaar, is er een mogelijkheid om zelf te kiezen voor géén dienstbetrekking.
Wat nu?
Het duurt waarschijnlijk nog wel even voordat de nieuwe wet in werking treedt. Ons advies is om zoveel mogelijk gebruik maken van de bestaande modelovereenkomsten (te vinden via de website van de belastingdienst) en om af te wachten waar de wetgever mee komt. Wij zullen u hierover op de hoogte houden.
Verlaging leeftijd wettelijk minimumloon (WML)
Alle werknemers vanaf 22 jaar hebben recht op het wettelijk minimumloon (WML). Dit is het loon wat de werknemer minimaal moet ontvangen wanneer hij voor u werkt. Naast het reguliere wettelijk minimumloon, geldt voor werknemers onder de 22 jaar het wettelijk minimumjeugdloon. Dit jeugdloon is een vast percentage van het WML. Vanaf 2017 t/m 2019 wordt de leeftijd van het wettelijk minimumloon (WML) in stappen verlaagd naar de leeftijd van 21 jaar. Daarnaast wordt het loon van werknemers tussen de 18 en 21 jaar geleidelijk verhoogd. Let op: het wettelijk minimumjeugdloon geldt uiteindelijk alleen nog voor werknemers met de leeftijd van 15 t/m 20 jaar.
Het lage-inkomensvoordeel (LIV)
Vanaf 1 januari 2017 hebben werkgevers recht op een tegemoetkoming in de loonkosten van werknemers met een laag inkomen, het zogenoemde lage-inkomensvoordeel (LIV). Het voordeel kan oplopen tot maximaal € 2.000,- per werknemer per jaar. De tegemoetkoming hoeft u niet aan te vragen en wordt op basis van de door ons ingediende aangifte loonheffingen automatisch door de Belastingdienst aan u als werkgever uitgekeerd.
Ketenregeling (wanneer heeft de werknemer recht op een vast contract?)
De werknemer heeft op dit moment recht op een vast contract wanneer zijn tijdelijke contract langer duurt dan 24 maanden óf de werknemer meer dan drie opeenvolgende tijdelijke contracten heeft gehad zonder de tussenperiode van minimaal zes maanden. In het nieuwe regeerakkoord staat dat de periode van maximaal twee jaar weer verlengd wordt naar drie jaar. De tussenperiode van minimaal zes maanden blijft echter wel gelijk.
07-09-2017 | Lichte toets
Lichte toets
Bedrijven die vóór 2 juli 2015 onomkeerbare investeringsverplichtingen zijn aangegaan en waarvan de groei voldoet aan de eisen omtrent Wet verantwoorde groei melkveehouderij (AMvB Grondgebondenheid en Mestverwerkingsplicht) zijn volgens de uitspraken van 9 en 16 augustus 2017 vrijgesteld van het fosfaatreductieplan, zodra zij de zogenaamde ‘lichte toets’ van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) hebben doorstaan.
Voor welke bedrijven?
Er moet sprake zijn van een gelijke situatie als de bedrijven die zijn vrijgesteld bij de rechter. Ondernemers moeten daartoe vóór 2 juli 2015 onomkeerbare investeringsverplichtingen zijn aangegaan en deze investeringen waren op 2 juli 2015 nog (deels)onbenut. Ook moet er sprake zijn van grondgebonden groei. Daarnaast kunnen bedrijven die vóór 2 juli 2015 biologisch of in omschakeling naar biologisch waren een beroep doen op de lichte toets.
Risico bedrijf toch niet vrijgesteld van het fosfaatreductieplan
Na een positieve beoordeling door RVO wordt de ingehouden heffingen teruggestort. U dient zich wel te realiseren dat de Staat hoger beroep heeft aangetekend bij het gerechtshof tegen de uitspraak van de rechtbank inhoudende dat dit soort bedrijven zijn vrijgesteld van het fosfaatreductieplan. Deze zitting staat gepland voor 18 september 2017. De datum van uitspraak is nog niet bekend. Het gerechtshof kan tot een ander oordeel komen dan de rechtbank. Er moet dus rekening worden gehouden met het risico dat de heffingen dan alsnog moeten worden betaald.
Bezwaar tegen opgelegde heffingen
Indien u een lichte toets overweegt, is het belangrijk dat er tijdig bezwaar wordt gemaakt tegen de opgelegde heffingen. De bezwaartermijn is binnen zes weken na de opgelegde heffing.
Wat nu?
Overweegt u een verzoek in te dienen voor de lichte toets bij RVO en wilt u dit door ons laten verzorgen? Laat ons dit dan via de mail weten: josien@vanbalenboekhoudburo.nl. U ontvangt dan een mail met aanvullende informatie over de lichte toets.
08-06-2017 | Let op bij verkoop jongvee binnen Nederland
Let op bij verkoop jongvee binnen Nederland
Heeft u een melkleverend bedrijf? Dan vragen wij uw aandacht voor het volgende. Onlangs is in het kader van de fosfaatreductieregeling aangegeven dat het jongveegetal versoepeld is. Dit betekent dat u kalveren jonger dan 35 dagen vrij mag afvoeren. Jongvee ouder dan 35 dagen kunt u afvoeren voor dood, slacht en export. Deze afvoer telt dan mee in uw totale aantal GVE’s.
Bent u van plan om bijvoorbeeld een (drachtige) pink af te voeren binnen Nederland naar een melkleverend of niet-melkleverend bedrijf? Dan is het jongveegetal WEL van toepassing. In de meeste gevallen wordt dan het jongveegetal de beperkende factor!!
In de praktijk hebben wij gemerkt dat niet alle melkveehouders en veehandelaren hiervan op de hoogte zijn. Wees dus zelf alert bij de verkoop van uw jongvee en bespreek met uw veehandelaar de bestemming van uw jongvee.
01-06-2017 | Compensatie rentederivaat (SWAP)
Compensatie rentederivaat (SWAP)
Heeft u een rentederivaat (SWAP) bij uw bank afgesloten? Dan vragen wij uw aandacht voor het volgende. De AFM heeft vastgesteld dat verschillende banken ondernemers onvoldoende voorgelicht hebben over rentederivaten. Hiervoor is een herstelkader opgesteld. Dit kader bepaalt hoe herbeoordelingen van rentederivaten en eventuele herstelacties moeten worden uitgevoerd. Op basis hiervan krijgt u binnenkort een voorstel van uw bank voor compensatie.
Voor meer informatie verwijzen wij u naar de bijgevoegde brochure ‘Samenvatting herstelkader rentederivaten’.
Compensatie
De compensatie bestaat uit één of meer van de volgende elementen:
- Rentederivaten met technische gebreken worden hersteld en gecompenseerd.
- Coulancevergoeding: de vergoeding bedraagt maximaal 20% van de rente die per saldo onder een rentederivaat is betaald en naar verwachting nog zal worden betaald.De hoogte van deze coulancevergoeding is gemaximeerd op € 100.000.
- Gestructureerde, complexe (exotische) derivaten worden gecorrigeerd.
- Vergoeding van onverwachte verhoging van renteopslagen op de financieringen die door een swap worden afgedekt.
Hogere compensatie mogelijk?
Onlangs hebben wij overleg gehad met een advocate die gespecialiseerd is in financiële producten en met name rentederivaten. Zij geeft aan dat het van belang is om voorbereid te zijn op het voorstel dat uontvangt van de bank. Zo kunt u straks een weloverwogen beslissing nemen om het voorstel al dan niet te accepteren en discussiepunten inzichtelijk te krijgen die eventueel kunnen leiden tot een hogere uitkomst. Als u het voorstel accepteert, dan wordt het dossier gesloten. U kunt dan geen verdere stappen meer nemen tegen de bank.
Zo snel mogelijk dossier opvragen
Wilt u laten onderzoeken welke gevolgen het Herstelkader voor uw dossier heeft? Dan is het van belang zo spoedig mogelijk alle stukken omtrent het renteswapdossier op te vragen. Wij hebben een voorbeeldbrief waarmee u deze stukken op kunt vragen. Vervolgstap is dat de advocate een ‘quickscan’ maakt van uw dossier. Naast onze kosten bedraagt het tarief voor de quickscan € 450 excl. btw. Dit is om in te schatten welke gevolgen het herstelkader in hoofdlijnen voor uw dossier heeft, waaronder discussiepunten die kunnen leiden tot een hogere uitkomst. Bij deze quickscan is uitdrukkelijk geen uitgebreide bestudering van alle stukken en berekening van de te verwachten vergoeding inbegrepen. De uitkomst van de quickscan en de verdere mogelijkheden die afhankelijk zijn van uw dossier worden met u besproken.
29-05-2017 | Fosfaatreductieregeling: wat nu?
Voorschot op betalingsrechten
De fosfaatreductieregeling 2017 raakt nagenoeg ieder melkveebedrijf. In een kort geding tegen deze regeling heeft de rechter op 4 mei 2017 enkele tientallen veehouders in het gelijk gesteld. Na deze uitspraak hebben diverse klanten ons gevraagd of zij wellicht ook als knelgeval aangemerkt kunnen worden. Wij hebben advocaat Peter Goumans van Hekkelmans Advocaten gevraagd om advies, omdat het voor ons niet gemakkelijk is hierover een standpunt in te nemen. De heer Goumans trad op als advocaat bij één van de kort gedingen op d.d. 4 mei 2017. Volgens hem biedt deze uitspraak alleen kansen voor bedrijven die vanaf de periode rond 2013 tot uiterlijk 2 juli 2015 onomkeerbare investeringsverplichtingen gericht op groei zijn aangegaan en deze investering niet kunnen terugverdienen vanwege de fosfaatreductieregeling.
Wat nu?
De onzekerheid rondom het fosfaatreductieplan is nu alleen maar groter geworden. Het plan blijft vooralsnog in de huidige vorm bestaan. Alleen voor de deelnemers aan het kort geding is de regeling buiten werking gesteld. Echter, indien de Staat in hoger beroep in het gelijk wordt gesteld, geldt de regeling alsnog voor de gehele periode. Hierdoor lopen deze bedrijven nog steeds het risico op de hoge heffing indien niet aan de voorwaarden wordt voldaan. Bedrijven in een vergelijkbare situatie kunnen overwegen om alsnog een kort geding te starten.
Overweegt u dit traject aan te gaan? Laat ons dit dan via de mail weten: nynke@vanbalenboekhoudburo.nl. Dan ontvangt u aanvullende informatie hierover.
18-05-2017 | Controle gegevens fosfaatreductieregeling 2017
Controle gegevens fosfaatreductieregeling 2017
Controle gegevens fosfaatreductieregeling 2017
Tijdens het invullen van de Gecombineerde Opgave hebben wij gemerkt dat een aantal melkveehouders nog niet volledig op de hoogte is van de fosfaatreductieregeling 2017. Los van de recente uitspraken van de rechtbank over de fosfaatregeling willen u informeren over het controleren van de gegevens.
Veel antwoorden op vragen kunt u vinden in de actuele informatie over het fosfaatreductieplan gepubliceerd door ZuivelNL. Een melkleverend bedrijf krijgt een referentieaantal toegewezen gebaseerd op het aantal (vrouwelijke) GVE’s dat op 2 juli 2015 op het bedrijf geregistreerd stond in I&R (min 4% voor niet grondgebonden melkveebedrijven).
U kunt uw gegevens als volgt controleren:
1.Controleer Z-net of melkweb
De referentie is direct gebaseerd op de registratie in I&R op 2 juli 2015 (23.59 uur). In de webapplicatie over het fosfaatreductieplan, te bereiken via het informatiesysteem van de zuivelonderneming (melkweb of Z-net), is het referentieaantal vermeld en staat geregistreerd of uw bedrijf grondgebonden is.
2.Check eventueel GVE-overzicht CRV
U kunt uw GVE-overzicht en het verwachte verloop van uw veestapel checken op CRV. In het menu kiest u voor CRV Mineraal *NIEUW* en vervolgens GVE-overzicht. Let op: deze aantallen komen niet altijd overeen met de I&R-gegevens. De gegevens op het portaal van ZuivelNL zijn leidend.
3.Onjuiste uitgangspunten? Zienswijze indienen
De gegevens van I&R zijn leidend: advies is om te onderzoeken waardoor verschil veroorzaakt wordt en eventueel een zienswijze in te dienen via Mijn RVO en/of antwoordformulier ZuivelNL in te vullen.
Aandachtspunten:
1.Voorkom boete
Tijdig monitoren is van belang. De doelstelling overschrijden met 0,1 gve kan resulteren in een hoge boete. Let op: de boete wordt berekend over het verschil in gve’s ten opzichte van gve’s per 2 juli 2015 en niet over het doelstellingsaantal.
2.Het gaat om gemiddelde dieraantallen per maand: vroeg runderen afvoeren
Wanneer je pas op 1 van de laatste dagen van de maand het aantal gve’s reduceert met het gestelde verminderingspercentage, zal het doelstellingsaantal niet worden behaald. Start dus vroegtijdig met de afvoer van runderen.
3.Reductie runderen vertraagd zichtbaar in I&R systeem!
De reductie is pas geldig zodra in het Identificatie & Registratie systeem (I&R systeem) zichtbaar is dat een dier is afgevoerd. U moet er dus rekening mee te houden dat de reductie met enige vertraging aangetoond wordt in het I&R-systeem. Wacht dus niet tot het laatste moment met doorgeven!
21-03-2017 | GVE-reductieregeling 2017
GVE-reductieregeling 2017
Vanaf 1 maart 2017 wordt de veestapel in Nederland in het kader van het fosfaatreductieplan 2017 stapsgewijs verkleind. Bij melkveebedrijven betekent dit dat het aantal vrouwelijke runderen teruggebracht moeten worden naar het niveau van 2 juli 2015 minus 4%. Grondgebonden bedrijven zijn uitgezonderd van deze korting van 4%. Let op: (d.d. 17 maart 2017 bekend gemaakt door Van Dam): bedrijven mogen rekenen met de fosfaatproductie op basis van de gemiddelde melkproductie van 2015 in plaats van de vaste norm van 41,3 kilo fosfaat voor een melkkoe. Dit betekent dat de korting van 4% bij een aantal bedrijven toch niet van toepassing is.
Niet-melkleverende bedrijven
Bij niet-melkleverende bedrijven dient het aantal vrouwelijke runderen teruggebracht te worden naar het niveau van 15 december 2016 óf (d.d. 17 maart 2017 bekend gemaakt door Van Dam) het gemiddeld aantal GVE’s in de desbetreffende maand in 2016 (maandreferentie). Het gemiddelde aantal GVE waarboven deze bedrijven een geldsom opgelegd kunnen krijgen in de maand april, juni, augustus, oktober en december 2017, mag ten hoogste gelijk zijn aan het aantal GVE’s op 15 december 2016 of het gemiddeld aantal GVE’s in de desbetreffende maand in 2016. RVO zal bij het berekenen van de op te leggen geldsom uitgaan van de voor de ondernemer meest gunstige situatie.
Sterke daling (melk)vee?
Had u als melkleverend bedrijf op 2 juli 2015 meer dan 5% minder rundvee ten opzichte van de periode vóór deze peildatum? En was dit te wijten aan bijzondere omstandigheden, zoals ziekte, overlijden, dierziekte, vernieling of verbouwing stal of was er sprake van uitscharing? Dan kunt u misschien uw referentieaantal aan laten passen. Hierdoor kunt u meer dieren houden in 2017. Dit dient uiterlijk 1 april 2017 bij RVO gemeld te worden.
Voor extra informatie verwijzen u naar de website van RVO via deze link: http://www.rvo.nl/onderwerpen/agrarisch-ondernemen/mest-en-grond/mest/fosfaatrechten
Vraagt u zich af of u recht hebt op een hoger referentieaantal? Wij kunnen u helpen om te beoordelen of dit het geval is en de melding voor u verzorgen. U kunt hiervoor zo spoedig mogelijk contact opnemen met uw adviseur.
N.B. Een aantal bedrijven valt niet onder de regeling. Het gaat om:
bedrijven met 5 vrouwelijke runderen of minder.
vleeskalverbedrijven die uitsluitend voor de slacht afvoeren.
niet-melkproducerende bedrijven die sinds 15 december 2016 maximaal 2 vrouwelijke runderen hebben aangevoerd. Ongeacht het aantal aanwezige runderen vallen zij niet onder de regeling.
Cijfers aanleveren bij de bank via SBR
Banken hebben aangegeven vanaf 1 april 2017 behandelingskosten in rekening te brengen voor aanlevering van de jaarcijfers via papier of pdf-bestand. Dit is te voorkomen door de cijfers via een koppeling met SBR (Standaard BedrijfsRapportage) aan te leveren. Per 1 april 2017 stappen wij over naar een ander boekhoudpakket. Hiermee is het mogelijk om kosteloos deze SBR-rapportage aan te leveren bij uw bank. U hoeft dus geen axtra kosten te betalen.